- zo aug 27, 2006 20:46
#2485
Het secundair luchtsysteem heeft als doel de katalysator sneller op te warmen na de koude start.
Wanneer we een koude motor starten is het mengsel erg rijk, rijk wil zeggen dat er meer brandstof in de cilinders terecht komt. Hierdoor is een deel van de uitlaatgassen onverbrand. Dit is goed te ruiken (de onverbrande koolwaterstoffen). Door het secundaire luchtsysteem toe te passen
verbeteren we de na-oxidatie in de katalysator. Hierdoor versnelt de opwarmtijd van de katalysator en verminderd de hoeveelheid schadelijke stoffen welke worden uitgestoten.
Foto 1:
Werking van het Secundaire Luchtinblaassyteem: (Foto 1)
Tijdens de koude startfase wordt door het motorregelapparaat (J220 (1)) via relais (J299 (2)) de secundaire luchtpomp (V101 (3)) aangestuurd. Er komt lucht bij klep (6) van het sec. luchtsysteem.
Op het zelfde moment wordt klep (N112 (9)) aangestuurd waardoor er onderdruk ontstaat op klep (6). Hierdoor wordt deze geopend waardoor lucht vanaf het luchtfilterhuis in het uitlaatspruitstuk wordt bijgemengd.
De klep welke het vacuüm regelt op klep (6), secundaire luchtinblaasklep (N112 (9)) is eenvoudig te controleren:
- Stekerverbinding losnemen;
- Met multimeter weerstand van de klep meten op de pennen, keuzeknop multimeter op Ohm;
(Waarde moet liggen tussen 25 en 35 Ohm) zo niet, klep vervangen
De inbouwpostitie van klep N112 is op Foto 2 te zien: Pos. 20
Wanneer we een koude motor starten is het mengsel erg rijk, rijk wil zeggen dat er meer brandstof in de cilinders terecht komt. Hierdoor is een deel van de uitlaatgassen onverbrand. Dit is goed te ruiken (de onverbrande koolwaterstoffen). Door het secundaire luchtsysteem toe te passen
verbeteren we de na-oxidatie in de katalysator. Hierdoor versnelt de opwarmtijd van de katalysator en verminderd de hoeveelheid schadelijke stoffen welke worden uitgestoten.
Foto 1:
Werking van het Secundaire Luchtinblaassyteem: (Foto 1)
Tijdens de koude startfase wordt door het motorregelapparaat (J220 (1)) via relais (J299 (2)) de secundaire luchtpomp (V101 (3)) aangestuurd. Er komt lucht bij klep (6) van het sec. luchtsysteem.
Op het zelfde moment wordt klep (N112 (9)) aangestuurd waardoor er onderdruk ontstaat op klep (6). Hierdoor wordt deze geopend waardoor lucht vanaf het luchtfilterhuis in het uitlaatspruitstuk wordt bijgemengd.
De klep welke het vacuüm regelt op klep (6), secundaire luchtinblaasklep (N112 (9)) is eenvoudig te controleren:
- Stekerverbinding losnemen;
- Met multimeter weerstand van de klep meten op de pennen, keuzeknop multimeter op Ohm;
(Waarde moet liggen tussen 25 en 35 Ohm) zo niet, klep vervangen
De inbouwpostitie van klep N112 is op Foto 2 te zien: Pos. 20
Laatst gewijzigd door MARK op wo jun 25, 2008 15:40, 2 keer totaal gewijzigd.